winddoorwoelde zeewalg opvrijende
is d' erg irritante, bakkeleiende
menswoekering (aurorakotssliertje
in het blauw gapend ochtendkwartiertje).
blaast ’s een eeuw en weg is de plaag.
Gaia vindt vast een ander pleziertje.…
iets voorbij
het punt dat je jezelf
en de ander gunt
zachtjes heen en weer
keihard ook een keer
in komen en in gaan
de spanning opnieuw
laten groeien in de hoop
dat samen vrucht zal bloeien
of wil je je zo geven
en mij passioneel beleven
in de overgave van mijn schoot
kom dan bij me lieve kleine
geef jezelf maar bloot en laat
lust opvrijen…
in vuur en vlam
dooft zij het naakte lijf
langs een robe van ijzige blokken
die dooien aan opvrijende benen
haar gezicht huist
in een vragende schaduw
zij wil haar blik niet aan mij vertonen
enkel hem zonder schroom
met een onaantastbare
verleiding belonen
zij bespeelt een minnaar
die ook door adem is omhuld
en in hetzelfde verlangen…