ik zou geen gedenkteken voor die moordpartij
in Alphen in winkelcentrum Ridderhof maken
ik… zou overal een gedenkteken willen
daar waar trekkervrolijke zogenaamde sportlui
een roos in het hart kunnen raken……
waar plotseling
wind het kabbelend water
striemde tot golven
een vlucht
statige ganzen dook
in gakkende paniek
gezellig geroezemoes
uiteen geschoten werd
door dodelijke stilte
daar verloor
zon haar kracht
werden levens vermoord
dat moment waar
waanzin hoogtij vierde
werd abrupt in bloed gesmoord…
Vijf lange jaren geleden is het
dat mijn stadje haar onschuld verloor.
Die mooie zonnige dag in april,
toen de tijd opeens bevroor.
Er was paniek, een gek die schoot.
Een lijk op straat, meer mensen dood.
Niemand wist iets.
Paniekerig geruchten hier en daar.
Telefoontjes van bekende of ik nog leefde.
“ja, gelukkig maar.”
De dag begon zonnig…
een simpel te bespelen marionet
‘Zo’n rol als goaltjesdief beperkt me tot en met,
’t Is tijd om te verkassen’, klonk het koel maar triest
Daarbij kwam nog hetgeen hij daar in Alphen miste
De weidsheid van het boerenland, de geur van mest
En ja, natuurlijk ook zijn Labbertongse maten
‘Dàg “Zerk en Tranen” met je autovrije straten
Dàg Ridderhof…
Ik krijg een sms maar dat kan toch niet
iemand die in de Ridderhof in het wilde weg schiet
een verloren ziel kan het leven niet aan
en maakt publiekelijk een einde aan zijn bestaan
eenzaam in het leven, samen naar de dood
is wat hij gedacht moet hebben in zijn nood
het verwoesten van vele levens in tien minuten tijd
geknal, ongeloof, paniek…