Een echte oude torenhaan
riep van bovenaf het kerkvolk aan:
'zeg lui daar beneden
er wordt regelmatig flink gekraakt,
gedemonstreerd en ook gestaakt,
maar ook ík ben niet tevreden.
Nooit heb ik nog een kik gegeven
maar dit is voor een haan geen leven
en dat alles zonder poen.…
Kon ik de toekomst
omzetten om naar
huis terug te gaan met
z'n nuchtere wetten,
ironie in de ogen
van de torenhaan,en
in de nacht die
mij ontbood,
gevangen in de holte
van haar schoot, waar
ik mezelf in veracht,
huiver voor de duisternis
en om wat ik verwacht
en voor de loerende dood.…
bewust breek ik de avond
bang dat het zwijgen van de merels
de tijd vertraagt
in onbewogen ogen
en kou doet kruipen in huiverhaar
van de schoonste scherven
lijm ik mijzelf merels en meer
dicht de nacht
wanneer de maan de torenhaan raakt
en stap naakt uit dit stilleven…
Het cirkelt rondjes om mijn hoofd
krijgt zelfs een gouden glans
door herfstwind is de torenhaan gedraaid.
Die heeft misschien uit eenzaamheid
een kip omhoog gelokt -om haar het hof te maken-
waarbij hij drie keer heeft gekraaid.…
ik droom terwijl
mijn handen werken
we gingen buiten alle perken
lachten om de kerkklok
en alles wat de klepel
aan geluid had opgekropt
er is geen tijd
slagen zeggen nooit
wat ze bedoelen
een koster is er niet
de torenhaan draait
naamloos steeds zijn lied
maar jij en ik
kennen het bed
dat liefde vrijt
in passie zonder spijt
als…
Men kan dit in een stormnacht goed bemerken:
Hij buitelt door de schoorsteen op de haard
En blaast de torenhanen van de kerken!
Nochtans, al wat hij roert is slechts zijn staart,
Waarmee hij wind maakt als met vogelvlerken,
En van zijn hoef is enkel 't boerenpaard
De drager, dat de akker gaat bewerken.…