Veel zaken blijken aan mijn brein ontsnapt
die ik in feite nog zou moeten weten
daar ik steeds vaker dingen ben vergeten
nu, met het lid, de aandacht wat verslapt.
Maar straks zal ik, dat wordt althans beloofd,
een stijfkop zijn, met opgeheven hoofd.…
dat Lucebert begrijpen doe ik nooit
die ruimte van het volle leven niet
poëtisch wijze woorden zijn vergiet
ze sijp’len rottig land van nimmer ooit
je glanzend licht verklaart mij bagger glas
dat alle waarde toch zo weerloos was…
zeventig jaren zijn jou vandaag vervlogen
een leven vol van liefde en van avontuur
van na de oorlog tot vandaag reisde jij
het spoor langs de haltes van jouw leven
in de vijftiger jaren was jij jong en jeugdig
zag jij Nederland zich hoopvol herbouwen
met vereende krachten werd toen ons land
in volle glorie en facetten weer opgebouwd
de zestiger…
echte grote liefde ligt binnen handbereik
Daarna zal je nooit meer heel alleen staan;
pas wel op want de verleidingen zijn talrijk
Fa is een start van oud, rond de veertig jaar
als kinderen van te weinig vrijheid spreken
Zojuist opgevoed zie je, je bent nooit klaar
wil je met hen praten, horen zij jou preken
Sol vertegenwoordigd zeker je vijftiger…