Terwijl ik net mijn aanbiedingsbier
bij de Hoogvliet had ingeladen en
de geur van gebakken vis mij deed
aarzelen, fietste ik traag de weg
terug. Als een gewoontedier.
Een Marokkaan op een scooter zei me
dat hij een gouden ring rijker was,
die ik hem van de straat zag rapen.
Ik zwaaide hem de vondst extra toe,
want zijn imago is pet en…
Valt
De glinstering van je jeugddromen
Die jij kneedde in de visgeur van de Galata-brug,
In de angst van de Simit-verkopers met hun duivenvleugels
Over de wateren waarop jij met de maan babbelde?…