De weerloos-blije liep daar
van haar geheugen te genieten;
de verslagene, die snel op weg
wilde naar welke dood dan ook;
de trieste die er niets van begreep,
die alleen zachte vlindervleugels
tegen de wangen van het kind
zag slaan, onophoudelijk.…
proef je in de tuin der zintuigen mijn huid
proef je mijn lippen, mijn handen op je lichaam
het fluweel van vlindervleugels op je tong
de stroeve rode peren en rabarber, de modder, het graniet?
zie je mij, zie je de fontein en het kasteel?
het wildebloemenveld en alles wat er is?…
Ik voel je vlindervleugels heet van genot
in mijn wrede roepzinnen kraken.
Straks moet ik ons weer uit nachtjurken pulken,
met het kromzwaard tussen de tanden en de ooglap op
in het lege donker naar hun stinkende lijven graaien,
nietsontziend.…
Ik lees nog een gedicht van Slauerhoff
met dubbelgeslagen ogen, een verdoofd
brein, op en neer gaand, trillend als
vlindervleugels in mijn handpalmen,
ik kan mijzelf platdrukken, geen moeite,
maar als ik denk aan de grote liefdesgave
van mijn dierbaarste, hoe anders ook nu,
en wreed en zielsverduisterend, liever
laat ik mezelf eeuwig vrij…
Ik zoek toegang tot mijn nieuwe
dromen, waar de maan zijn witte
hand op legt, stromen zilveren wolken
door het duister, in een plas van zuiver
licht op geluidloze vlindervleugels in
een gewichtloos gedicht.…
Ik raak mijn kussen, val in slaap
de droom is nu al om mij heen
op vlindervleugels zweef ik weg
ik ken hier heg noch steg
herinneringen komen nu al boven
wat hoort bij mij en is van jou
mijn lieve metgezel met vleugels,oh zo teer
jij past op mij, dat ik me niet bezeer
dit is een leven in een atmosfeer,
die ik niet ken maar wel begeer
jij…