Het zwelt, het stijgt; dan wordt het fijn en teder
en kaatst als zeepbel op een effen plas;
het zweeft, zo licht als een verwaaide veder,
over het donker gras.
’t Is het uur dat levens- en liefdedronken,
de aarde het hart heeft ener jongen bruid,
en nachtegaal in bottende eikenstronken
voor ’t eerst van liefde fluit.…
Verbeeld in vensters de verbeelding tart
zonder ethische schroom in pixels verteld
van een willekerige vuilnisbelt, die
dichterbij lijkt dan vermoedt, wordt
de zeepbel van ons bestaan uiteengespat.…
Ik zag er tegen 't goud de Deugden opgewogen,
De Mening aan de evenaar;
'k Zag de Armoe schuld geteld; de Schuld triomf in de ogen,
Of daar geen hoger Richtbank waar';
'k Zag grote kindren zich bij 't klatergoud verbazen,
Hun graan verkwisten op een klip,
Uit ijdle droom en hoop een bonte zeepbel blazen,
En wenen bij zijn kleurloos slib…