Op een dag had ik je gezien
meende ik toch
jong en mooi
een zilverster
in de blinde nacht
het lied
van een windbazuin
dwalend over een blij,
zonnig landschap
Als zindering van zomerhitte
onder eindeloos azuur
was je licht
Als geruis van de branding
over schitterwitte stranden
was je lach
Hunkerend wacht ik
op de dag
dat ik jou zal…
Dit is de plek
waar mijn ziel brandt
waar de boombladeren
fluisteren in diffuus licht
waar ik mijn hielen licht
als de tijd
gekomen is
als ik voorgoed
naar binnen keer
verdwijn in een
innerlijk vergezicht
slaap ik hand in hand
met zilverster,
zo ziele-zacht
levend in nalatenschap
zo anders dan gedacht
immer weer…