wolken hoog gestapeld
tegen de blauwe koepel
daaronder het weidse land
mondriaans vervlakt
spiegeling in strakke vaarten
met statige roze zwanebloemen
siddering in de zomerwind
hooi in groen plastic gehuld
ontheemde koeien vergroten de stilte
in een levensgrote schildering
zijn de vissende kinderen
in de strakke natuur
die ons nog rest…
Daartussen, teer en teder
stond trots een zwanebloem
libellen streken neder
verstrengeld in een zoen
Insecten zongen zoemend
hun vleugels schreven faam
geen taal of teken noemend
ontstond er toch een naam
Nu wilde ik wat dichter
bij het wonderlijk tafereel
plots werd het licht veel lichter
het geheim viel mij ten deel
Alleen nog maar…
vergezeld van minstens zeven
kwekkende kwakende kikkertjes
tussen waterlelies en zwanebloemen
lig ik heel lekker lui languit
in het hoge geurige gras
met klaprozen en margrieten
de blik op hemels oneindig
zie daar drijft engeland
achter een zittend hondje
en opeens is daar spanje
maar dan andersom
naast een heel boze man
een grote vogel…