Uit logeren
In een strak opgemaakte kuil
zich aan het koude laken warmen,
herten grazend op het dek.
Voor ogen kwam een heks, ontvleesde
botten aan haar romp, van kirren
niet meer bij. Paniek.
Waarna men weer het enge grootje
beffen wou. En in de hoek
haar afgezette benen.
--------------------------------------------------
uit: 'Weloverwogen en onopgemerkt', 1996.
Inzender: kd, 25 oktober 2023
Geplaatst in de categorie: kinderen