In dit ondermaanse
Ik ben nog jong. Een ijsbaan is het leven.
De benen zweven en de zinnen zweven.
Vioolmuziek klinkt uit een megafoon.
De sneeuw maakt van de wereld een stilleven.
Ik tintel en ik draag een koningskroon.
Door eigen krachten word ik aangedreven
En vrienden zeilen schaterend voorbij.
Het is in hartje winter volop mei.
We schaatsen op een vloer van porselein
En slaan de dagen stuk om aan het end
Te stoppen bij de koek- en zopietent
Waar zure melk en bitterkoekjes zijn.
----------------------------------
uit: 'Rook zonder vuur', 1998.
Inzender: vb, 6 april 2019
Geplaatst in de categorie: vrijheid