Het hek
Een zachte wind waait bladeren tussen de spijlen
Een merel wipt langs en blijft er even zitten
Een fietser gooit een klokhuis in de richting
Een voorbijganger leunt er tegen aan
Waar ben ik voor? denkt het hek
Mensen lopen voorbij
Een lekker stukje appel, denkt de merel
De voorbijganger voelt aan het hek
De bladeren wanen zich een windstilte
De zachte wind bedenkt zichzelf
Waar de wind zacht waait een zachte wind waar…
(Ondertussen)
Mensen lopen voorbij
Geplaatst in de categorie: verkeer