Stierenvreugd
De stier stond in z’n uppie in de wei
door eenzaamheid geplaagd heel hard te loeien
en voelde tranen in zijn ogen gloeien.
Het beest was dan ook helemaal niet blij.
Want in het weiland aan de overzij
daar graasden wel zo’n stuk of veertig koeien
maar hij stond in z’n uppie in de wei
en dat deed hem door eenzaamheid hard loeien.
En bovendien, hij kwam er toch niet bij;
het hek -hij kon het dagelijks verfoeien-
hield hem gevangen in zijn eigen wei
waar hij uit eenzaamheid hard stond te loeien.
De boer die langskwam voelde medelij
door het wanhopig loeien van het dier,
ontsloot het hekje naar de koeienwei . . .
hij dacht de hemel in te gaan, die stier.
Geplaatst in de categorie: lightverse