Poppetje
Met haar gezicht in de plooi getrokken
en haar mond lachend, doch enigszins vertrokken,
trekt zij telkens weer een dagelijks publiek
met haar lachen, die liegende komiek.
En niemand die de lichtjes in haar ogen mist,
niemand die zich in haar vrolijkheid vergist,
want een ieder is aan die schaterlach gewend;
niemand is er, die haar masker herkent.
Ziet niemand dan hoe zij krampachtig
-voor even is zij haar tranen machtig-
onder haar lach tranen verschuilt
en ’s nachts misschien om zichzelf huilt
om het verdriet dat in haar leven gekomen is,
om haar geluk dat zo onbereikbaar is.
En misschien wel is haar grootste verdriet
dat niemand door haar lach haar zorgen ziet.
Geplaatst in de categorie: verdriet