Gestriemd
Haar roomblanke, gave vel bevalt me
Het dons op de bovenlip vertedert
Alhoewel ik al te jongensachtig
Weiger te verweken
Ze veegt een ontsnapte traan van mijn mondhoek
Als een klopgeest jaagt ze door het bloed
In schijngestalten opgesplitst
Haar tomeloze vloed verandert
Tekent nieuwe lijnen
En haar gelaat glundert weer
De hand vat moed
Om te graaien zonder blos
Naar de ontluikende stroom
De gekartelde bloem
Die zich in een plooi verschuilt
Zie, het hemels geschenk is bezoedeld
Gestriemd, een dichtgeschroeide wonde
Het blijft een raadsel dat brandt
De geur van as en sintels ademend
Aan een sluipend duister verwant
Geplaatst in de categorie: erotiek