inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1581-1647

poëzie (nr. 1.027):

Zal nimmermeer gebeuren...

Zal nimmermeer gebeuren
Mij dan na deze stond
De vriendschap van uw ogen,
De wellust van uw mond?
De vriendschap van uw ogen,
Van uw ogen.

De vriendschap van uw ogen,
De wellust van uw mond,
De gunste van uw hartje,
Dat voor mijn open stond
De gunste van uw hartje,
Van uw hartje.

Zo zal ik nochtans blijven
U eeuwig onderdaan,
Maar mijn verstrooide zinnen,
Wat zal haar annegaan?
Maar mijn verstrooide zinnen,
Strooide zinnen.

Mijn zinnen mogen zwerven,
De leide lange tijd
Nu zij, mijn overschone,
Zijn u haar leid-ster kwijt.
Zijn kwijt mijn overschone,
Overschone.

De schoon' borst uit tot tranen,
't En baatte geen bedwang,
De traantjes rolden neder,
Van d'een op d'ander wang.
De traantjes rolden neder,
Rolden neder.

De schone traantjes deden,
Meer dan een lachen doet:
Al in zijn hoogste lijden,
Zij troostten zijn gemoed.
Al in zijn hoogste lijden,
Hoogste lijden.

Vrouw Venus met haar sterre,
Thans klaarder als de maan
Bespiedde die vrijage,
En zag ‘t mirakel aan.
Bespiedde die vrijage,
Die vrijage.

En hebben tere traantjes,
Zei zij, zo grote kracht,
Waarom en is het schreien,
Niet in der Goden macht?
Waarom en is het schreien,
Is het schreien.

De traantjes rolden neder,
Maar de Godinne zoet:
Bei, liever zou ik schenden,
zei zij, mijn rozenhoed.
Bei, liever zou ik schenden,
Zou ik schenden.

En eer zij kon gedogen,
Dat iemand die vertrad,
Ving zij de lauwe traantjes,
In een koel rozenblad.
Ving zij de lauwe traantjes,
Lauwe traantjes.

Wat geef ik om mijn rozen,
Of 't maaksel van mijn krans -
Ik zal gaan maken paarlen,
Van ongemene glans.
Ik zal gaan maken paarlen,
Maken paarlen.

De tranen werden paarlen,
Zo ras haar ‘t woord ontging
Die zij met goud doorboorde,
En aan haar oren hing.
Die zij met goud doorboorde,
Goud doorboorde.

Als Venus in de spiegel,
Zich ziet met dit sieraad,
Zij wenst geen toverrieme,
Noch kranse tot haar baat.
Zij wenst geen toverrieme,
Geen toverrieme.

De blanke paarlen hielden
de krachten van 't geween.
Zij doen nog in de hemel
Wat zij op aarde deên.
Zij doen nog in de hemel,
In de hemel.

Schrijver: P.C. Hooft
Inzender: JM, 22 februari 2007


Geplaatst in de categorie: afscheid

3.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 5.862

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)