Onmacht
Ik weet het niet wat van mij worden moet
Na al dit rustloos pogen, nimmer slagen;
'k Heb vruchteloos een beeld in mij gedragen,
Ik heb de adem niet die 't leven doet.
En geest en hart, zij waaien droeve vlagen
Van kille leegheid in 't verdord gemoed;
En de aarde kwijnt; met haar gij, 't laatste goed
Waaraan 'k mij klamp, gedenkend vroeger dagen.
Waarom moest gij dan komen in de nood,
Ik riep u niet; wat dood moest zijn, wás dood,
En voor de rest, - ik had het ook gedragen, -
Gij hielp toen goddelijk dit leven schragen;
Maar ziet gij niet, nu gij mij wilt verlaten,
Dat ik het weer, maar meer dan ooit, moet haten?
Inzender: Redactie, 26 augustus 2022
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid