Kerkhof
Om 't grauw-rood dak en de oude torentronk
Der kerk vlotte de vroege nacht, - veraf
Ging 'n boerenpaard, waarvan de holle draf
Dof tegen 't bleek-geworden muurtje klonk;
De stenen bisschop boog zijn kromme staf
Zeegnend - bij 'n scheef-gezakte Christus wonk
Nu en dan een schemerend blad, dat zonk -
En zachtjes vluchtte naar 'n vervallen graf.
Zo daalt nog soms een losgerafeld blad
Bij wat ik lang diep in mijn hart begroef,
Waarnaar 'k mij zelve nooit meer, nooit meer vraag;
Ver dooft in 't donker nog een paardenhoef,
De scheemring zinkt op 't ritselende pad, -
Achter mij valt de nacht om 'n dodenhaag.
Inzender: adm, 2 november 2023
Geplaatst in de categorie: verdriet