De muggendans
Waar 't voetpad langs de heining vlucht
Door beemd en weide heen,
Daar zit ik soms in de avondlucht
Gans stillekens alleen.
De krekels zingen daar in 't gras
Hun allerschelste toon,
De muggen vinden wis de bas
Dier zangren wonderschoon.
Zij draaien, zwaaien blij vergaard
In 't dalend hemellicht,
Zij ruisen, kruisen dicht geschaard
Voor mijn verrukt gezicht.
En blijdschap hier, en vreugde daar,
Men ziet het iedre dag;
Des stem ik nimmer de eigen snaar
Op somber wee en ach.
En zingt en springt in 't zoel getij
De krekel en de mug,
Krioelt en woelt de schepping blij,
Dan blijf ik niet terug;
Dan vest ik buiten mijne woon
In 's hemels bloemenhal,
Dan zing ik ook mijn schelste toon
Door 't eenzaam vreugdedal.
Inzender: adm, 8 juni 2018
Geplaatst in de categorie: natuur