De boom
Er was een boom in een vervallen tuin.
De netels wiesen om zijn voet uit puin.
Eerst hier, toen elders was zijn erf bemuurd
Met steen waarlangs zijn krimpend lover schuurt,
Totdat één tak opnieuw de ruimte won,
Zich rekte en uitschoot naar de morgenzon.
Er was weer wind die in zijn blaadren greep
En vreugde in 't ruisen van zijn loversleep,
En bloesem die tot volle rijpheid kwam
En jeugd die lachende zijn vruchten nam.
Hij werd de boom met de verborgen tronk,
Die overmuurs zijn late weldaad schonk.
Inzender: adm, 4 juni 2008
Geplaatst in de categorie: natuur