Van de overkant
I. Morgen
Ik lag in 't oeverriet aan de overkant
En tuurde naar haar raam in de buitenste paleismuur;
Ik kon niet zien dat zij verscheen,
Want de nevel dreef over de rivier.
Maar de hemel achter mij bloosde van kim tot kim,
Zodat ik wist dat zij naakt voor haar raam moest staan.
Inzender: adm, 23 oktober 2009
Geplaatst in de categorie: emoties