Schoon is de roos
Schoon is de roos, waarmee ge uw boezem tooit,
Doch kort haar bloei! - Ter ternauwernood ontloken,
Verwelkt zij ras, van hare steel gebroken,
Of wordt, door zon en wind, ontbladerd en verstrooid.
Bevallig lacht, en met volmaakter schoon,
De lieve roos, die we op uw kaak zien blozen:
Een storm verniele in veld en bos de rozen,
Zijn woede deert geen bloem op zachte maagdenkoon,
Doch ook die bloem heeft eens haar' herfst te duchten!
Fris is haar blos in 's levens ochtendluchten;
Dof is die blos en flauw, door de avondzon bestraald.
Maar geen geweld van 's levens winterstormen
Kan ooit de roos van hart en geest misvormen,
Waarmee gij, o Marie! in al uw luister praalt.
Inzender: Redactie, 3 april 2012
Geplaatst in de categorie: idool