Een zomeravond
De poëzie komt over me als een droom
Vol sterren en een lijfelijke nacht
Van duister, waar me een hel gelaat van licht
En vriendelijke ogen - enkel dat gelaat,
Want ál de rest is nevel zonder vorm.
En heel den nacht nijg ik me er heen en houd
Stille gemeenschap tot de morgen daagt. -
Dan lig ik stil met half geloken wimpers
Te staren, waar ik telkens nog de lach
Dier ogen meen te zien en 't blonde haar
Half over 't voorhoofd - dan zijgt zijwaarts af
Mijn hoofd in 't kussen en ik slaap in 't licht.-
Inzender: Redactie, 19 september 2014
Geplaatst in de categorie: literatuur
Rijke bron voor inspiratie.