Sicut filius.
Wel vaak heb ik gezongen,
Voor menig droevig hart,
De melodieuze wijzen
Van 't stille lied van smart:
Maar nu ik heb ontvangen
't Begeren mijner jeugd,
Wil ik nog eenmaal zingen
Het hoge lied van vreugd!
Vroeg uit mijns vaders woning
Dreef mij verlangen uit
De woningen te vinden
Van harts beloofde bruid:
Om liefdes woon te vinden
Wou 't trotse hart voortaan
Wel eigen wegen volgen,
Op eigen paden gaan...
Naar welke woestenijen
Versteeg het dolend pad?
Mijn voeten werden 't stijgen
Mijn ogen 't staren mat.
Toen riep uit zijn ellende
Harts ongestilde nood
Om d' uiterste vertroosting
Van de verlangde dood!
Maar door het dichte lover
Riepen, bij avondval,
Verre verlichte venstren
Terug naar 't veilig dal:
En naderbij gekomen
Herkende ik bos en beemd,
En stond weer, arme zwerver,
Voor 't vaderhuis... vervreemd?
Schuw blikte ik door de ramen;
Daar stond, als tallentijd,
Voor de genoden velen,
Het bruiloftsmaal bereid...
Maar éne plaats was ledig...
Toen heb ik blij verstaan,
Dat ik, in liefdes woning,
Als zóon mocht binnengaan!
------------------------------
Sicut filius - Zoals een zoon
De Gids (73) (1909)
Schrijver: Geerten GossaertInzender: Redactie, 9 april 2015
Geplaatst in de categorie: familie