Bergmeer
Wie op de spiegel drijft weet niet, wat hij moet denken
Of onder boven is, nu boven onder schijnt,
Want heel de gladde wand, die in het meer verdwijnt,
Staat met zijn dennenlast in ’t zonnelicht te wenken.
En waar de wateren de groene kegels drenken,
Volgt ’t oog, diep in het nat, de duidelijke lijn
Van uitgestoken tak in water-zonneschijn,
Wiens onbewogen rust geen stormen kunnen krenken.
Geen kabling komt er in. De stralen, die zich deelden,
Weerkaatsen ’t bodembos tot in de volle dag.
Men ziet hoe rond de stam de groene mossen geelden.
Tot kussen van fluweel, alsof een lijkkleed lag
Op de verdronken boom. Zo zijn er spiegelbeelden,
Die boven schijnen, door wat men diep onder zag.
Gedichten (1910)
Schrijver: Jacob Winkler PrinsInzender: Redactie, 23 juli 2021
Geplaatst in de categorie: landschap