inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1891 - 1959

poëzie (nr. 3.399):

Een oud vers

Wat ik betreur te hebben niet bezeten
Is het geluk van menig burgerman:
De vrede van het huisgezin, en van
De kinderen, die mee aan tafel eten.

En ik weet wel, dat in mijn arm gelegen
De liefste is bezwijmd van zaligheid,
Dat ik de stem ken van de eeuwigheid,
En van het hart, dat mijn hart is genegen.

Maar dit is alles niets, al deze dingen,
Gezegend, en te min; 't is eens niet meer;
Men hoort de vogels in de bomen zingen,
De jaren gaan, de winter keert steeds weer,
De sterren staan. Ik heb niet goed gekozen.
Wat doet een bedelaar met rode rozen?

Dagelijksch brood (1941)

Schrijver: J.W.F. Werumeus Buning
Inzender: Redactie, 29 maart 2018


Geplaatst in de categorie: spijt

4.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 593

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)