inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1936

poëzie (nr. 3.412):

Zomerweide.

De blanke koeien waden 't weigras door,
Uit hoge hemel daar een wolkbank ligt
Straalt trillende op koe-ruggen zomerlicht,
't Gras ripplend krijgt een esmerauden gloor.
Warm vlakt de vaart daar 't groene riet langs spicht,
Golf deint en spoelt, trekt zijn geglinsterd spoor
Stoomboot in stroom en stuurt de schomling door
Die 't riet doet ruise' en glinstren elke schicht.

De middagstilte is in mijn brein en warm
Voel ik mijn leên gezwoll'n en strek mij gaarn
Bij wat'r en wei die lijklijk luide zijn.
't Hoofd achterov'r ontwaar 'k een bleke lijn
Tussen mijn wimpers, 'k hef een lome arm,
En hoor wijl 'k slaap de grote boten vaarn.

Schrijver: Albert Verwey
Inzender: Redactie, 13 april 2018


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 274

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)