inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1919

poëzie (nr. 227):

Tulpen

Bloedplassen, trots het zonlicht levend rood,
Zag 'k wijd vervloeien tot de horizont;
Uit lang gespleten, geel ett'rende wond
Walmde wee-zoete reuk, als van de dood;

En 't leek, alsof een bloedstraal opwaarts spoot,
En onbeweeglijk hing boven de grond:
De droppels sidderden, helrood en rond,
Gestold tot blad'ren aan de beukeloot.

De zon ging onder. Schuwe schem'ring sloop
Over de landen; en aarzelend kroop
Door mist van bloed, zoekende tor, de maan;

En 'k voelde mij de enig levende mens
In dode wereld, en ik zag immens
Het spook van de aarde ontzettend voor me staan.

Brahman, deel I, p. 139(1919)

Schrijver: J.A. dèr Mouw
Inzender: JM, 22 april 2003


Geplaatst in de categorie: individu

3.0 met 16 stemmen aantal keer bekeken 1.806

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)