Golfstroom
I
Waar zonnedagen tot koralen stollen,
En vlijt van vroom-geduld'ge madreporen*
Bouwt, rood in 't blauw, toren naast holle toren,
De ontzaggelijke bekers van de atollen*,
En, eb en vloed van steeds nieuwe trezoren*,
Door 't licht vloeibare paarls*, de golven rollen,
En spieg'ling van nachtlijke wereldbollen
In 't groene vuur van de afgrond gaat verloren,
Daar rijzen over hellende aard' de stranden
Tot reuzig mengvat, waarin samen branden
Zon, lucht en zee tot een drievoud'ge gloed,
En in het mengvat stromen uit 't koralen
Servies van parelschommelende schalen
Gulpen van zon in dronken overvloed.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
madreporen - sterkoralen
atol - een kleine cirkel- of hoefijzervormige groep van koraaleilanden
trezoor - schat(kamer)
paarls - iets wat op een parel lijkt
Brahman, deel II, pag. 436(1919)
Schrijver: J.A. dèr MouwInzender: JM, 30 november 2003
Geplaatst in de categorie: natuur