Ommekeer
Door al wat leeft gevoelde ik mij verlaten
En nergens was ik en met niets tevreden;
Elk haatte mij, zo meende ik, zonder reden:
Ik leed en kon de lieve haat niet haten.
'k Verlangde en wist niet wat; ik heb gebeden;
'k Zag al wat slecht was, vond natuur verwaten*
En ijdel 't leven; wie een lach bezaten
der domheid kroost, die ketterleer beleden. -
Toen zag ik u en kon geen mening uiten:
'k Had vreugde, vrede, liefde, weergevonden,
'k zag, waar gij trad een bloem, een roos ontspruiten.
Natuur en mensheid voelde ik mij verbonden;
In u wilde ik 't heelal in de armen sluiten -
Gij, engel! zijt mij tot geluk gezonden.
-----------------------------------------------
*verwaten : aanmatigend trots, met ijdele hoogmoed
Gedichten
Schrijver: Jacques PerkInzender: adm, 25 juni 2004
Geplaatst in de categorie: liefde