MAANLICHT
Het maanlicht vult de zuivre heemlen
Met glanzende geheimenis,
De luisterblauwe verten weemlen
Van Die alom en nergens is.
Alleen de grote zonnen hangen
Als feller kaarsen in die schijn:
De ziel herdenkt haar lang verlangen
In niets-verlangend zalig zijn:
Alsof van achter diepe slippen
Haar dolend tasten eindlijk vond
Met hare warme blinde lippen
Nog lichter lust dan uwe mond.
Weg boven dood en leven zweven
Wij op in duizelhelle schrik:
0 kort en onbegrensd beleven
Van eeuwigheid in ogenblik!...
Het maanlicht vult de zuivre heemlen
Met glanzende geheimenis,
De luisterblauwe verten weemlen
Van Die alom en nergens is.
Vergeten liedjes (1909)
Schrijver: P.C. BoutensInzender: Jacob W.L.Looij, 5 december 2004
Geplaatst in de categorie: religie