Plombenblad
O, plompenblad, dat schommelt
Al op en neer als ’t water deint;
Doch groener nog dan ’t kroosveld schijnt,
Wanneer ge er opsteekt overeind,
Tot gij verzinkt, verschijnt, verdwijnt,
Als ’t onweer, nu het daglicht kwijnt,
Schor rommelt!
O, groene bies, bewogen
In de onbewogen avondlucht
Door ’t vallen van een beukenvrucht,
Door ’t suizen van een vlindervlucht,
Door ’t koeltje dat uit ’t Zuiden zucht,
Maar tot de grond door ’t stormgerucht
Gebogen!
O, paardenbloem aan ’t bloeien!
Zo vrolijk geel, zo zonnig teer,
Op ’t weiland aller bloemen heer;
Maar blaast het kind straks op u neer,
Dan zie ik, hoe zich keer na keer,
De zaadjes, als de donzen veer,
Voortspoeien!
O, plompenblad, bies, bloemen!
Gij spiegels van mijn zielsverdriet,
Van al wat ’t leven bitters biedt
En wat men zelden duidlijk ziet;
Gevoelens waar men vol van schiet;
De wondere dingen, die men niet
Kan noemen!
Liefdes erinnering (1890)
Schrijver: Jacob Winkler PrinsInzender: Redactie, 16 mei 2021
Geplaatst in de categorie: planten