ZONDER
(na een opofferings-dagje)
Een dagje zonder zonnestraal,
Een nachtje zonder stergeflonker,
Wat zijn ze donker! -
Een lente zonder nachtegaal,
Een bloemknop,
waar geen dauw op druppelt,
Een beek, waar geen koeltje* huppelt,
Hoe doods en kwijnend allemaal!
Maar o! een dag
één enkle dag,
Dat ik u niet aan ’t hart mag drukken,
In zoet verrukken,
En ‘k u niet eenmaal kussen mag,-
Dat is het droefst van alle zaken
Die ziel en zinnen treurig maken…
Dat is wel
een gestorven dag!
En of een dierbre zustermond
U ook,
voor Mij,
een kus wil geven,
Mijn liefste leven!
Dat maakt mij ’t harte niet gezond: -
o, ‘k Zal haar eeuwig dankbaar blijven…
Maar ‘k wou –
dat Zij hier zat te schrijven,
En ik…
U kuste in deze stond.
---------------------
koeltje: windje
Poëzie des huizes (1848)
Schrijver: J.P. HeijeInzender: adm, 4 augustus 2006
Geplaatst in de categorie: liefde