EN BIJ HET RIJZEN VAN DE SCHEEMRING LAG
En bij het rijzen van de scheemring lag
hij in het gras naar de avondlucht te turen;
een afgrond leek de tuin, berghoog de muren,
zwart van klimop met stoffig spinnenrag;
het leek een put, waarin de lichte dag
op ’t donker dreef, vol schimmige figuren;
enkle geluiden van de naaste buren
plonsden als steentjes d’rin: een naam, - een lach.
Hij zag de zwaluwen als zwarte stippen
vlak onder ’t geel van de avondwolken glippen;
daarna, in ’t blauw, vond je hen moeilijk weer.
En ’t fijn getjisper van hun zwenkend piepen,
dat scheen de hoge stilte te verdiepen,
droppelde als regen in zijn afgrond neer.
Inzender: Redactie, 10 juli 2023
Geplaatst in de categorie: natuur