MEER DAN WIJSHEID
Naar wijsheid zocht ik rusteloos
En in mijns denkens rijke zalen
Weerblonk ze uit fonkelende schalen,
Zwaar van juwelen, vast of broos.
Maar zo ik ’t schoonst gesteente koos
Er nieuwe schat mee te betalen:
‘k Zag ’t in mijn hand tot doffe kralen
Verschromplen, armlijk, glanzenloos.
Schoon lief, steeds leger wordt mijn hart,
‘k Zie, nutloos glas, al wijsheids waan
Mijn moede handen eens ontglippen;
En toch, nooit zal dier armoe smart
Mij deren, zien me uw ogen aan
En voel ik ’t branden van uw lippen.
Inzender: Redactie, 24 november 2020
Geplaatst in de categorie: partner