In winteravondkou
In winteravondkou, in het groot open
van het blauwvloeiende belopen
roestrandig staal,
spichtig, onzichtig nu de nieuwe maan
als een fijn edel veertje, als een losse haal
en dun getogen.
Rondom vochtig staan
de zwarte sparren, lorken gril verwezen,
verzameld onderhout, somber en nors,
maar onder de donkerte der schors
is helder al het jonge sap gerezen.
Onder de nevels in de vert'
het bronzen roepen van een hert.
Inzender: adm, 2 februari 2011
Geplaatst in de categorie: jaargetijden