MELISSA
Dat nu dit ene zacht-herlezen woord
Zo diep mijn zwijgend mijmren kon ontroeren
En tot die traag-vervaagde erinnring voeren
Als had mijn luisteren haar naam gehoord.
Dat was geluk: door angst noch lust gestoord
Schreden wij over winters sneeuwen vloeren
En spraken samen in een zoet vervoeren
Van wat ons in dit leven had bekoord.
Het was maar kort en 't lijkt een vreemde droom
Waarin zij tot mij kwam en tot mijn peinzen
Gelijk een bij naar hoven vol aroom.
En sinds: ik vond niet wat ik zo behoef,
En zo mijn woorden luid soms blijheid veinzen,
Mijn ziel is stil en vol verlangst en droef.
Inzender: Redactie, 28 oktober 2020
Geplaatst in de categorie: verdriet