DE JONGGESTORVENE
Gij moest zo vroeg van deze wereld scheiden
Die gij beminde schoon haar smaad u sloeg,
Van al de dromen die uw jong verblijden
Nog ongerept en woordloos in zich droeg.
En toch toen dood u 't koele bed kwam spreiden
Sprak gij geen woord dat om een troostwoord vroeg, -
Bereid als een die lang en schoon mocht strijden
Zeidet gij zacht: 'Ween niet, het was genoeg.'
Gij wist: - wij zwerven door dit vreemde leven
Bij vreugdes dag, bij droefheids duistre nacht,
Zoekend het woud waar liefdes klanken beven;
Maar eens vermoeid van aller dingen pracht
Vinden wij wat ons streven is gebléven:
Stiltes vallei daar 't vredig is en zacht.
Inzender: Redactie, 21 juli 2022
Geplaatst in de categorie: afscheid