Oost Indische kers
Hij staat in 't zonlicht, in een vloed van bloemen,
't Verwarde kluwen van zijn kers te ontvlechten,
En zorgzaam, wijl de hommels hem omzoemen,
Helpt hij een stengel om zich vast te hechten,
En iedre nieuwe, rood getroste slinger,
Die hij bevrijdt van wie zijn bloei bedekten,
Betast hij zoekend met voorzichtge vinger,
En stoort de blinde vraatzucht der insecten.
Dan drijft hij nagels in de schuttingplanken,
En angstig voor de breekbaarheid der blaren,
Leidt hij de boog van omgekrulde ranken,
Ze deugdlijk tomend met het biezen garen.
Een goede rust komt uit die arbeid groeien,
Ook voor het hart; onmerkbaar wordt bedwongen
Een luim, een lust, in het gebonden bloeien,
En dáarom heeft hij bij het werk gezongen.
---------------------------------------------
uit: Het aardsche paradijs (1927)
Inzender: Redactie, 12 maart 2024
Geplaatst in de categorie: planten