DE BEKEERDE MOORDER
Die langs het aardrijk zworf om wat op buit te passen,
Wiens flukse wakkerheid de reizenden verried,
Heeft hier, dus vastgekneld, de volheid zelf bespied,
En komt het Hemelrijk tot roofgoed te verrassen.
Die diep in eenzaamheid de hand wies in de plassen
Van een verdoemend bloed, wordt hier, waar 't ieder ziet,
In 't zaligende bloed, dat Jezus vast vergiet,
Aan hand, aan lijf, aan ziel, van bloedschuld afgewassen.
Hij, in zijn moorderschap van schaduwen verplicht,
Wordt in 't geloof bedaagd van een genadelicht,
Terwijl zijn kwijnend oog 't natuurlijk licht gaat derven.
De Kruisnacht, door het recht de booswicht aangezeid,
Wordt de boetvaardige een dag van zaligheid:
Die dood was toen hij leefde, o! leeft hier in zijn sterven.
Gedichten, Amsterdam.(1719)
Schrijver: Heiman DullaertInzender: Han Messie, 13 november 2012
Geplaatst in de categorie: religie