Noach's duif
Ik rustte in 't holle van een golf, ik plooide
Mijn vleugels en ik deinde: ik wist niet meer
Bewoog ik mee omhoog of mee omneer
En of mij links of rechts mijn schomling gooide.
Er was gedroppel dat zich op mij strooide,
Er was een hemel en een hemels weer,
En ik genoot en leefde in iedre veer,
Verheugd omdat zo schoon heelal mij kooide.
Toch wiekte ik traag en wendde en naar mijn ark
Richtte ik de koers: van boom op hoge heuvel
Plukte ik een twijg en gaf me aan 't venster in.
En mensen, beesten, met vervreugden zin,
Haastten weer uit met mij naar 't vorig euvel:
Het godverlaten, schendig aardepark.
Het blank heelal (1908)
Schrijver: Albert VerweyInzender: adm, 14 januari 2013
Geplaatst in de categorie: religie