AVOND-MIST.
De avond was gerezen,
de dag zacht uitgegaan,
de maan, heel bleek van wezen,
kwam hoog, omhoge staan.
Veel vreemde witte dampen
die waasden alles weg,
alleen matgoud van lampen
glom, boven zwarte heg.
Daar zong een teder meiske
met kindje aan haar hand,
een zacht en teder wijske
door 't witte avondland.
De zwarte en witte wegen
die lagen stil gespreid,
de witte wolken zegen
om haar, die, als gewijd,
daar zongen door de avond
daar zongen door de nacht;
de waden hen omvamend
doften hen henen, zacht.
De avond was gerezen,
de dag zacht uitgegaan,
de maan en sterren rezen
aan hoge, stille baan.
Een bonte vlucht (1911)
Schrijver: Salomon BonnInzender: Redactie, 19 mei 2014
Geplaatst in de categorie: natuur