Avondnevel
O, die blinkend witte nevel over de venen! de uitgestrekte,
Grote, stille nevelzee, wier waatren de aarde bedekten!
Wij liepen des avonds tegen
De tijd, dat de zon onderging,
Samen op stille wegen
Door het moeras en zwegen
Van verwondering.
Slechts hoopjes turf en daken
Van donkere huisjes staken
Zwart uit de nevel omhoog.
Ze was zo stil, zo zonderling,
Die zee, waar niets bewoog.
O, die zwarte, grillige heuvelkust,
Die met haar brede lijn,
Scheidde de blinkende nevelrust
Van 't gloeiende karmijn!
Want boven de donkere landen
Stond vuurrood de hemel te branden
Met onheilspellende schijn.
Ik werd onrustig en ik zocht
Een woord, dat de stilte verbreken mocht.
Ik keek in de zon, in het nevelmeer....
Het zwijgen werd pijnlijk.
De avond, de aarde, mijn leven werd zeer,
zeer onwaarschijnlijk.
Inzender: Redactie, 7 juni 2015
Geplaatst in de categorie: natuur