Bloei
De bogaard vloeit over
Van rood en van wit,
Waar plaats was voor lover
Nam bloesem bezit;
En zwaarhoofden duchten,
In weelde zo groot,
't Verstikken der vruchten
Uit wit en uit rood!
De jong'ling omzweven
De vreugd en de min,
Voor d'ernst van het leven
Geen zweemsel van zin;
En boetpreêkers schild'ren
Het blakend geneugt,
Als dreigde verwild'ren
In minne en in vreugd!
Och, wacht maar! - fluks komen
De storm en de smart,
Tot redding dier bomen,
Ter lout'ring van 't hart:
Een blaad'renzee wiegelt
In spijt van de worm,
En zielsadel spiegelt
Uit straffere vorm!
Wat dunkt u verloren?
Wat acht ge verkwist?
De lent' heeft gekoren,
De liefde beslist:
O heerlijk ontbloeien
In vruchten volend,
En heiligend gloeien
Dat opwaart zich wendt!
De Werken II Poëzy (1896)
Schrijver: E.J. PotgieterInzender: Redactie, 26 oktober 2016
Geplaatst in de categorie: natuur