Liedje.
De blanke bloem, geboren
In 't witte morgenlicht,
Sluit bij het dagvergloren
De blaren dicht.
Maar 't gouden hart blijft gloeien
In de ambergele kluis,
Die lauwe geure' omvloeien
En nachtgeruis.
Zó is mijn ziel een bloeme,
Wier fulpen urn omvat
Wat mensentong niet roeme:
Haar zonneschat.
Onze Eeuw, jrg 17 (1917)
Schrijver: G.H. PriemInzender: Redactie, 27 november 2016
Geplaatst in de categorie: individu