NACHT-KAPEL
Daar hing geen zucht, geen vrage;
Daar was maar stilt' en duisternis
En mystisch viel er groenig-vaal,
Op heilgenbeeld een manestraal
In de ouw' Maria-nis.
Heel flauwkens monkel-lachend,
Als of 't zijn leste lachsken was,
Leek 't lampken Gods, in 't duistre rond,
Een blom, die zonder water stond
In rood kristallen glas.
Daar had ik geern gezongen,
Hoog boven al dat oud verdriet,
Maar toen ik 't lied beginnen wou,
Was 't of ik 't al ontheilgen zou —
En daarom zong ik niet.
Maar luistrend naar de stilte
En dromerig van dat blomken broos,
Rees in mijn ziele, moe gezocht,
Een goedheid, die geen mens vermocht:
Berusting eindeloos.
Op zachte Vooizekens (1923)
Schrijver: Alice NahonInzender: Redactie, 2 mei 2017
Geplaatst in de categorie: verdriet
meerdere malen heb ik haar gedichten herhaald.