Ellen
Hóóg boven mensen en hun klein bestaan
Zweeft er een vlucht breed-vleugelige accoorden,
Dat zijn mijn boden, mijn getrouwe woorden,
Die mijn vèr Lief vertroosting brengen gaan.
Vrees niet! de mensen zullen 't niet verstaan,
Schoon zij het groot geruis der vleug'len hoorden,
Mensen zijn klein, hóóg is der Lied'ren baan,
Zij kunnen hen niet vatten, noch vermoorden.
Zo ga dan snel, mijn zang, mijn afgezant!
Breng zachte troost! - Mijn Lief is zeer verlaten,
De nacht is koud en duister 't eenzaam land, -
O! mijn verlaten, - o! mijn arm, droef Lam!
Het doet zo bang om zijne Herder blaten,
Of die niet keerde, - en het halen kwam! -
Inzender: R.H., 25 januari 2003
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid