Nacht
Niets dan de wijde,
de grote rust:
eenzaamheid zachtjes
in slaap gekust;
niets dan het sluimren
van 't levend Al,
dat straks weer de ogen
ontsluiten zal;
niets dan de hemel,
die ogend waakt,
zolang lome aarde
het waken staakt;
niets dan wat wijde
oneindigheid,
in Nachts zachte armen
rustig gevlijd.
Serena
Schrijver: Marie BoddaertInzender: Redactie, 23 mei 2020
Geplaatst in de categorie: heelal