89 resultaten.
Kinderen
poëzie
3.0 met 10 stemmen 1.440 In het betoverd bos
Slapen de kindren,
Zacht valt de vrucht op ’t mos,
Om niet te hindren;
Ver over stad en land
Zwijgen hun stemmen,
Ach, en geen kleine hand,
Die wij omklemmen;
Had ik een reine mond,
Waren mijn vlekken
Bloed uit een edele wond,
IK zou ze wekken.…
LENTE
poëzie
3.0 met 4 stemmen 1.008 Zon op dunne lenteblaren,
Dans van schaduw voor de voeten,
Wind door opgehuifde haren,
Kushand, lach en vluchtig groeten…
Moet de druk van lange dagen,
Moet de gaaf der ogenblikken,
Dan zo zwaar zijn om te dragen,
Dat die last de knie doet knikken?
Vlindrend vouwen zich de kelken
Om de nieuw ontkiemde vruchten,
Weinig weegt hun wit verwelken…
DE MEEUW
poëzie
3.0 met 8 stemmen 1.906 Tussen de hemel en de zee
Volgde ik het zweven van een meeuw,
Hoe hel zij steeg, dan nederglee,
Een zonnevonk, een vlokje sneeuw.
En dacht, genesteld tegen het duin,
Waar ik dit spel zat aan te zien:
Als ik de meeuw vanaf deez’ kruin,
Bespiedt een engel míj misschien.
Dat duiken in het zilte leed,
Dat klimmen in een feest van glans,
De…
Franciscus
poëzie
3.0 met 8 stemmen 1.108 Franciscus heeft, om U te ontmoeten,
Alles wat schittert afgedaan
Aan hals en hand, voorhoofd en voeten;
Want schamel wilde hij tot U gaan.
Maar niemand hebt Gij zó ontvangen,
O liefde, en als de dag begon,
Waart gij het, die zijn zuivre zangen
Deed jubelen van zuster zon.
En moet ik óok zo tot U komen,
Afleggend waar mijn ziel mee speelt…
VOOR HET VENSTER
poëzie
2.0 met 6 stemmen 759 Als knaap placht ik in 't schemeruur
Aanvang der zomernachten,
Voor 't raam te zitten in getuur
En onbeschrijflijk wachten.
Een voetstap klonk; dat ogenblik
Dook mijn bezinning onder,
Diep in een vloed van zoete schrik
Om 't zich vervullend wonder.
Bij elk omhoog gevlogen woord,
Lachend op straat gesproken,
Vond ik een hartewens verhoord…
Odysseus tot Penelope
poëzie
4.0 met 7 stemmen 1.216 Ach, weef en zing,
Tot ik dat uiterst oord vergete,
Waar stil de witte nevel hing
Op 't stroomloos nat der bleke Lethe;
Dat ik de weg niet weder wete
Naar 't kilst van mijn herinnering,
Ach, weef en zing.
Ja, zing en weef,
Opdat Uw sluier 't heir der schimmen
Bont met zijn beeldenspel omzweef;
Bedek het bloed, waar zij naar grimmen,
Verberg…
DE EENZAME
poëzie
3.0 met 8 stemmen 1.028 Wagens dragen mijn ramen voorbij
Geur van het hooi, de oogst der wei,
De maaiers zingen en dansen,
Kindertjes vlechten hun kransen,
Hoog loops het juligetij.
Eenzame heeft mij het lot verplicht,
Woorden te rijen tot blij gedicht,
Die vreugden daarin te bewaren,
Wijnen voor latere…
DE ELEMENTEN
poëzie
3.0 met 6 stemmen 1.264 Machtig voorspellende
Ons vergezellende
Oer-oude goden,
Al het vergankelijke
Weet ik ’t afhankelijke
Van Uw geboden.
Zomer en zonneschijn
Gloed van de jonge wijn
Windvlaag door ’t koren,
Bron die de rots ontspringt,
Wordt niet wat in hen dringt
Uit U geboren?
Zal aan ons geestlijk licht
Als in een schoon gedicht,
Liefde zich huwen…
Danslied
poëzie
3.0 met 1 stemmen 837 Zei niet Uw stem: de vogel danst,
Het lover danst, de weide danst,
De Zon die op het water glanst,
De wind, de wolk, de wereld danst?
Gij reikte mij uw linkerhand,
Daarin gleed warm mijn rechterhand,
En velen volgden, tot een band
Van dansers slingerde over 't land.
De laatste tranen…
De gast
poëzie
3.0 met 8 stemmen 1.892 Als gij mij ééns slechts kon vertrouwen,
En Uwe vleuglen saam wou vouwen,
Om aan mijn dis, bij fruit en wijn,
Mijn gast te zijn,
Dan zou mijn huis geheiligd wezen,
En na Uw heengaan zou ik lezen
In ieder ding, als in een boek,
Van Uw bezoek.
Hier rustten zijn handen, zou ik weten,
Wanneer ik, aan mijn maal gezeten,
Het linnen witter blinken…
Onder 't helder koele laken
poëzie
3.0 met 5 stemmen 666 Onder 't helder koele laken,
Waar ik op de sluimer wacht,
Lig ik tussen droom en waken
Voor de drempel van de nacht,
Turend, hoe de beide schalen
Van het duister en het licht
Beurtlings rijzen en weer dalen
In een aarzlend evenwicht.
Als een lelie op het water
Heeft mijn ziel zich uitgespreid
Tot een nú-zijn zonder later,
Bij het stilstaan…
De avond
poëzie
3.0 met 2 stemmen 676 Ik heb mijn kleedren uitgetogen
Bij 't dwarlen van de lampeschijn ;
Nu balsemt duisternis mij de ogen,
Ik voel dat wij gescheiden zijn,
Ik en de dag, dat kind, die jongen,
Die vogel met gebroken wiek,
Dat hijgend hert der watersprongen,
Die speelman en zijn fluitmuziek.
Hoe heeft hij mij gelokt, belogen,
Hoe achter wolken week zijn grens…
Uren
poëzie
3.0 met 5 stemmen 484 Dit is Uw aard, o uren van 't verleden,
Steeds als gij wordt gewenkt, bereid te staan,
Om uit Uw rijk van schemering te treden
In zonglans of het glinstren van de maan.
Een glimlach is genoeg, een diep verzuchten,
En ijlings snelt gij, uit de slaap gewekt,
Elk met een korfje aan, vol geurge vruchten,
Door vochtig mos of een bruin blad bedekt…
ZONNESTRALEN
poëzie
3.0 met 2 stemmen 511 Ach, gaarden, akkerland en weiden,
Gij, voor een milder kus bereiden,
Hoe lekt de felle augustusgloed
De vochten van Uw wekkend bloed,
En geeft de hemel U te lijden !
Dit is de tijd voor 't vorstlijk koren;
Wat toevertrouwd werd aan de voren,
De wolk van uitgeworpen zaad,
De zomer heeft tot nieuwe…
Zinspreuk
poëzie
4.0 met 3 stemmen 802 Ik bid alleen om licht...
Licht dat geen zwaarte heeft,
Licht aan het zwart ontzweefd,
Licht dat mijn kennis wijdt
Met zijn doorschijnendheid,
't Rijm en mijn maten draagt,
Dat wie ze leest zich vraagt,
's Avonds bij lampenschijn:
„Kan dit de dag al zijn?"
's Morgens bij zonnegloor:
„Volg ik een leeuwrikspoor?
Want 't wordt verblindend…
Morgenroep
poëzie
3.0 met 5 stemmen 587 Ik bid U, vriend, maak mij niet wakker,
Wanneer gij vroeg, in lentetijd,
Met snelle tred voorbij mijn akker,
en juublend langs mijn drempel schrijdt.
Mijn van de arbeid bloed'ge handen
Hebben dit hechte huis gebouwd,
Ook deze groene korenlanden
Zijn mijne tot waar de einder blauwt.…
Een najaarsblad
poëzie
3.0 met 5 stemmen 668 Ik zing tot prijs en eer...
In roodgoud najaarsweer
Werd zó mijn geest bevrijd
Van een krankzinnigheid:
Ik raapte een donkre steen,
En dacht, ook ik ga heen
En lig zo zwaar en zwart
Der aarde aan 't ijskoud hart.
Toen daalde een purper blad,
Dat Hij beschreven had,
Mij ritslend in de hand
En stak mijn hart in brand.
Ik…
Het woord
poëzie
3.0 met 6 stemmen 630 In den beginne was het woord,
Springbron tezaam met wichelroede,
En nu nog duurt dat wonder voort
Van klankgeworden zielsvermoeden.
Laatst liep ik langs een lentewei;
Een vogel floot, het ooilam blaatte,
Zijn liefdesboodschap zong de bij,
Wijl 't water in zich zelven praatte.
Luid riep met zuivre mensenstem
Een kind, dat als de leeuwrik…
Oost Indische kers
poëzie
4.0 met 2 stemmen 1.052 Hij staat in 't zonlicht, in een vloed van bloemen,
't Verwarde kluwen van zijn kers te ontvlechten,
En zorgzaam, wijl de hommels hem omzoemen,
Helpt hij een stengel om zich vast te hechten,
En iedre nieuwe, rood getroste slinger,
Die hij bevrijdt van wie zijn bloei bedekten,
Betast hij zoekend met voorzichtge vinger,
En stoort de blinde…
Aan Lesbia
poëzie
2.0 met 12 stemmen 814 Laten wij lieven en leven, Lesbia mijn,
En het gepraat van de ernstige grijsaards, zo klein
Als een greintje geloven, Lesbia mijn;
De zonnen vrij rijzen en neigen ter kimme.
Voor ons, o mijn lief, na 't laatst licht verglimmen
Is 't eeuwige nacht in vereenzaamd rusten.
Dus honderd kusjes, waar wij al duizend keer kusten,
Weer duizend en dan maar…
Bij muziek
poëzie
2.0 met 7 stemmen 1.057 Muziek, waarbij ik dromend luister,
Hoe voert naar vroeger gij terug,
En welft U over 't duister
Tot koene bogen van een broze brug...
Maar werden dan voorheen mijn jaren
Alleen geteld
Naar saamgebonden korenaren,
De schoven op het veld,
Naar blozend ooft,
Dat door een mild seizoen verguld,
En daaglijks overvloediger beloofd,
De korven…
Nimmermeer
poëzie
3.0 met 5 stemmen 644 Ik wind de wollen sjaal zo warm
Haar om de schouders, buig mij neder
En kus haar; leunend aan mijn arm
Loopt zij de herfstlaan heen en weder.
Had ik haar ogen toegedrukt,
De handen op haar borst gevouwen,
En lag ik voor de steen gebukt
Waarin haar naam stond uitgehouwen,
Zou zij niet zó verloren zijn,
Zó hooploos voor mijn hart gestorven…
Stilte voor de storm
poëzie
3.0 met 5 stemmen 813 Wat brengt mijn tijd?
Géén wilde bewogenheid,
Géén hand zich welvend boven de ogen,
Of stem die opgetogen
Om nieuwe morgens schreit;
Maar slechts een dromend turen
Naar heengevloden uren.
Wellicht is hun ontgleden,
Bij ’t traag teruggetreden,
Iets schoons, dat wij ons kozen. –
Wij rapen twijgen, vruchten, rozen.…
Slapend kind
poëzie
4.0 met 2 stemmen 611 Kom mijn kind, de dag gaat ook.
Zie haar afscheid wuift ze al ginder;
In de tuin zijn bloem en vlinder
Als de nachtlamp en haar rook.
Kom mijn kind, de dag gaat ook.
Stil, hij is de dag al voor,
En hij sluimert, volgedronken,
Moegedroomd en blindgeblonken,
In oneindig niets teloor,
Rustig bij mijn woorden door.
Wonder, wat wordt…
De herdersstaf
poëzie
3.0 met 6 stemmen 831 Ik was nog blond en jong van jaren
Toen ik een sterke, rechte tak
Zag wuiven met zijn vlag van blaren,
En tot hem opklom en hem brak.
Ik boog mij zingend tot hem over,
Dien kloeke telg van de oude es,
En ras verloor hij schors en lover
Onder het knarsen van mijn mes.
Dan heb ik half in droom gesproken:
"Ook míj, Heer, bid ik, breek mij…
VERSCHEIDEN
poëzie
4.0 met 1 stemmen 551 Een aarzlend reiken
Naar de overzij,
Een angst, een wijken,
Een: neen niet míj,
Nog één gedachte,
Een snelle droom,
Over het zachte
Van bloem en boom,
Een laatst verlangen
Naar akkerland,
Hoe de appels hangen,
Het najaar brandt;
Dan…
HEMELVAART
poëzie
4.0 met 4 stemmen 1.013 Als ik beklim de zilvren treden,
Langzaam, en de aarde diep beneden,
Een klein insect in avondglans,
De vonk doet spranklen van zijn dans,
Laat mij dan in mijn armen dragen
De zacht gepelsde, die behagen
Zelfs in de schim zijns meesters vindt,
Warm aan zijn borst zich vleit, en spint;
En dat de hond, wild als een jongen,
Over de heemlen…
Het zonnespel
poëzie
4.0 met 3 stemmen 730 Zacht daalde een zondagsrust, ik lei mij dromend
In ’t geurig bloemgoud, dat de wei bemint,
En voor mij rees, het groene veld omzomend,
Een berg van beuken, wuivend op de wind.
Ik zag hun toppen, beurtlings licht en donker,
In vlammend opgaand en weer uitgeblust,
Zich tot dit spel van schaduw en geflonker
Alle gewillig lenen, onbewust.
Doch…
DE WERELD
poëzie
4.0 met 4 stemmen 609 Hij hield de handen voor 't gezicht,
Hij dacht door tranen te verstaan,
En in dit duister, diep en dicht,
Zag hij de bonte wereld aan;
Hoe blonk het goud, hoe rees de stad
Gehorend opwaarts voor het blauw;
Wie ooit gezocht had en bezat,
Hoe maakte rook zijn vensters grauw.…
De taak
poëzie
4.0 met 5 stemmen 829 O, zeg mij wat ik doen moet, zie
De volheid van mijn kracht ontbloeid,
Betast mijn spieren, buig mijn knie,
Voel hoe mijn wang van aandrift gloeit,
Zegen mijn morgen met een taak,
Gun mij een denkbeeld, geef mij stof,
Dat ik mijn kamer klinkend maak
Van zang en arbeid tot Gods lof.
Misschien dat later in een oord,
Dat soms een schone droom…