Was ik maar dood,
ja, lag ik maar te rotten,
dan kon je mij
niet meer bedotten.
Immuun zou ik dan zijn
voor al je lage streken.
En als je snikkend 'Liefste!' riep,
dan gaf ik taal noch teken.
Was ik maar dood,
dan kon mij niks meer raken.
Je knap gezicht zou dan
geen dwaas meer van mij maken.
Niks viel er dan
nog meer te lachen…
Het leven is een feest
dat iedereen wel kent.
Je bent er ooit geweest,
er klonk een nare band.
Je had geen conversatie,
je keek steeds op de klok.
De enige compensatie
lag in een flinke slok.…